Naamsverandering voor het behoud van vrede

Oorspronkelijk op Oct 10, ’11 op het Bijbelvorsers Multiply platform gepubliceerd (dat nu niet meer bestaat)

In de 19° eeuw kwam er een beweging op gang die het nodig vond om terug naar de basis waarden en basis leer van wat gangbaar was toen de zoon van God op aarde was en het Goede Nieuws predikte.

Men vond het zeer belangrijk om de Heilige Geschriften degelijk te onderzoeken en terug te gaan naar de originele leerstelling van diegene die men wilde volgen, namelijk de zoon van Jozef en Maria (Myriam) die gekend stond als de Christos of Christus Messias. Doorheen de eeuwen heen was men die man gaan kennen als Jezus en beweerden velen dat hij ook God zou zijn. Een groot deel van het Christendom sprak over een Drie-eenheid waarvan Jezus deel uit zou maken.

Echter was het zo dat onder druk van de Romeinse leiders de vereerders van die Jood, die zich mensenzoon maar ook zoon van God noemde, verzocht werden om hun macht en prediking op te geven of anders zich akkoord te verklaren met de gangbare goden en feestdagen.

Yahoshua/Yehoshua = Jehoshua or Jeshua's full name - Jshua's volledige naam Jehoshua of Yehoshua

Yahoshua/Yehoshua = Jehoshua or Jeshua’s full name – Jshua’s volledige naam Jehoshua of Yehoshua

Al jaren had men de verering gehad van oppergod Zeus, die heerste vanaf de berg Olympus. Zeus (Oudgrieks: Ζεύς, genitivus Διός of Ζηνος) of “Ieous” moest men volgens de heersers heil brengen. Hem behoorde aanbidding toe. Maar de volgelingen van de Christus verzetten zich tegen al de afgodsbeelden, waardoor ook de handel ondermijnd werd. De overheid vond het daarom het overwegen waard indien men de Joodse figuur die zo in trek was kon doen overeenstemmen met de gangbare oppergod  dat de goede vrede kon bewaard blijven. Terecht hadden zij opgemerkt dat er van die volgelingen van de Christus Messias verscheiden mensen waren die hem al als een soort god begonnen te aanschouwen. Maar volgens de leerstelling van de Joden mocht er van geen enkele god een afbeelding gemaakt worden. Door de Nazareen zijn Hebreeuwse naam Yahushua of de roepnaam Yashua (Jeshua), respectievelijk in het Latijns of een Germaanse taal gespeld als Jehushua en Jeshua, te vervangen door Iesou of “Heil Zeus” kon men de zoon van God verheffen tot de oppergod Zeus. Dit maakte de volgende stap ook makkelijker, zodat al gauw mensen de aangebrachte beeltenissen van Iesou of Jezus in de kraampjes te koop vonden en ze in huis konden nemen om ze aldaar te gaan aanbidden. Men ging voor deze nieuwe populaire god kaarsen en offers branden en bood de beeltenis voedsel aan. Doorheen de jaren kreeg die nieuwe god nog familieleden bij ter verering, zoals zijn moeder Maria en allerlei ‘heiligen‘, waar op hun beurt dan weer beeldjes of prenten konden van gemaakt worden, om naar te bidden.

Steeds zijn er mensen trouw gebleven aan de leer van Christus Jezus (Jeshua) maar vielen onder het taal gebruik en adapteerden zo de naam Jezus. De originele Hebreeuwse naam bleef in enkele Hebreeuwse kringen nog in gebruik, maar men moest wachten tot na het midden van de 19° eeuw om in de Westerse wereld een bevraging te krijgen van de figuren uit de Bijbel hun namen.
Verscheidene Bijbelonderzoekers, waaronder John Thomas bleven onder invloed van hun moedertaal en het populaire debat omtrent een al of niet verengelste versie van de namen.

Vreemd genoeg wilden verscheidene Bijbelonderzoekers en godgeleerden afstappen van de Hebreeuwse Naam Yehowah of Jehovah en verkozen een naam van slechts twee delen Yah-weh of Jahwe. Door de afname van het geloof verviel ook de interesse voor de figuren van het Christendom en begon men meer te vrezen om de Naam van God uit te spreken. Men zocht daarom naar alternatieven en kwam zo tot het gebruik van de tittels zoals Elohim en Hashem. Maar velen verkozen, nog slechter, in te gaan op het naamloze dat de Romeinse leiders in de 4° eeuw van onze Gewone Tijdrekening voorop hadden gesteld.

Yah-weh (Jahweh = 2 syllables/lettergrepen) Ye-Ho-Wah (Jehovah = 3 syllables/lettergrepen - like in/ zoals in tetra(3)gram)

Yah-weh (Jahweh = 2 syllables/lettergrepen)
Ye-Ho-Wah (Jehovah = 3 syllables/lettergrepen – like in/ zoals in tetra(3)gram)

Toen werd het naamloze “Heer” (of “Her”) voorgesteld wat overeenstemde met de twee gezichten god Baal. Het Indo-Europees *Djev = stralende, verwant met Latijn dies = dag kon de god of “dieu” zijn voor iedereen. De oppergod Zeus, die de bliksems slingerde , de wolken verzamelde en ze uiteen dreef ;  kon nu verder regen en sneeuwval doen veroorzaken door krachten die ook aan hem konden gevraagd worden door naar zijn beeltenis te bidden. Met Jeshua’s naam verandering naar Jezus kon iedereen naar diezelfde god bidden die behoorde bij de drie godheden van Grieken, Romeinen en andere heidense culturen. De Heilige Drie-eenheid was een feit geworden door een slimme zet van de Romeinse beleidsvoerders om de vrede te handhaven. Voor de Romeinen had zo Zeus zijn rol als  de bevestiger van de harmonie in de maatschappelijke orde zo volledig kunnen vervullen. Zeus treedt op als er op de aarde grote conflicten zijn en als de gastvrijheid in gevaar is. Hij bestraft de heiligschenners en al wie de bestaande orde niet respecteren.

Ook het gezin stond onder de hoede van Zeus Herkeios (= Beschermer van de hof) die een altaar op de binnenplaats van de woning kreeg en zo niet enkel de bewoners van het huis kon beschermen maar ook gasten en vreemdelingen. Na de 16° eeuw zal men meer en meer afbeeldingen gaan vinden in huizen van de Iesous (Jezus) opgehangen aan een kruis zoals het in de 1500 jaren werd afgebeeld of geromantiseerd. Men geloofde door zulk een beeldje in een kamer op te hangen dat deze god dan die plaats zou beschermen. Dat gebruik bleef nog vele eeuwen in gebruik. Tot zelfs vandaag vind men in bepaalde landen waar mensen er aan houden een kruisbeeldje, liefst nog met buxusblaadjes (in de volksmond ‘palmtakjes’ genoemd) op te hangen of in wagens een paternoster aan de spiegel of vooraan een afbeelding of beeldje van de “heilige Christoffel” te plaatsen.

Men moest wachten tot in het begin van de 20° eeuw G.T. om een beweging te vinden die er echt werk van wenste te maken om de Bijbelse namen te herstellen. Binnen het Adventisme in het Christendom krijgt men een Heilige Naam Beweging (Sacred Name Movement). De Amerikaanse autheur Clarence Orvil Dodd (1899 – 1955) is een man die er schot in krijgt.  Als ouderling van de Zevende Dags Kerk van God [Church of God (Seventh Day)]Salem, West Virginia, stichte in 1937  The Faith magazine waarin hij meerdere artikelen schreef over de noodzaak terug te keren naar de bron en naar de originele namen.
Eerst bepleitte hij als voornaamste focus de observering van het Joodse Geloof waaruit het Christendom is voortgesproten. Terecht was hij er bewust van dat Jezus nooit de intentie had een andere godsdienst op te richten. De zoon van God had de zending om zijn Vader kenbaar te maken, meer mensen tot God te brengen en hen het Goede Nieuws te verkondigen van het komende Koninkrijk van God. Jezus hield zich aan de Joodse heilige festivals en daarom zouden wij ons ook daar aan moeten houden, volgens Dodd. In de vroege 1940 nam Dodd de verdediging van de heilige naam ook op zich. Geen enkel ander tijdschrift had er omtrent het gebruik van de Naam van God zo veel invloed als het Geloofsmagazine of “Het Gelooftijdschrift”. (In The Encyclopedia of American Religions scholar of American religions J. Gordon Melton wrote of the magazine, “No single force in spreading the Sacred Name movement was as important as The Faith magazine.”)

Orvil Dodd van de 1930 vond dat wij terug moesten keren naar de bron en dat het Christendom zich weer moest aan passen aan zijn “Hebreeuwse Wortel” in de praktijk, geloof en eredienst. In die tijd leverde Dodd nog zijn steun aan het gebruik van de “heilige naam” Yahweh d.w.z. de gereconstrueerde eigennaam van de God van Israël en het gebruik van de oorspronkelijke Hebreeuws naam van Jezus, dikwijls getranscribeerde als Yahshua. Hij negeerde de toen al door anderen geopperde voorkeur om aan de Hebreeuwse uitspraak en vormen Jehovah (voor God de Almachtige) en Jeshua (voor Gods zoon, geboren uit de stam van David) te houden.

De beweging die uit Dodds voorkeuren groeide werd fel bekritiseerd omdat zij er aan hielden om ook  de Oude Testamentwetten en ceremonies zoals de Zevende-Dag sabbat, Thora festivals en bijhoudene koosjere voedselwetten te behouden. De Algemene Vergadering Van Yahweh of Assemblies of Yahweh (Bethel Pa) heeft altijd de Beweging scherp wegens hun “desorganisatie en verwarring” over doctrine bekritiseerd.
Bepaalde Bijbelonderzoekers waren bang om met Dodd geassocieerd te worden indien zij kenbaar maakten dat zij ook voor het juiste gebruik van de Bijbelse namen opteerden. Voor verscheidene Bijbelvorsers hoefde men niet al de Joodse feesten en gebruiken over nemen omdat Jezus een Nieuw Verbond had afgesloten met God. Met Jezus zijn zoenoffer was dat Nieuwe Verbond bezegeld.

Angelo Traina, een volgeling van Dodd, ondernam het schrijven van een Heilige Naam uitgave van de Bijbel en publiceerde de “Heilige Naam Nieuw Testament”(Holy Name New Testament) in 1950 en de volledige Bijbel Holy Name Bible in 1962, beiden wel gebassseerd op de King James Bijbel die in die tijd ook nog de naam Jehovah op meerdere plaatsen had staan.
Maar hij ging verder over om op die plaatsen waar in de uitgaven van de Koning James Versie namen waren vervangen door tittels deze ook terug te brengen naar ofwel door het substituut voor YHWH of  voor “God” door “Elohim“, “Lord” of  “HEER” met “Yahweh” (Jahwe) en “Jesus” (Jezus) met “Yahshua”.

Een Heilige Naam Beweging was geboren en evolueerde naar verschillende groepen die elk ook een van de meerdere Heilige Naam Bijbels gebruiken. Waarbij men versies vindt die Yahweh, Jahweh of Jahwe afdrukken of voor het veilige kiezen om gewoon het Tetragram af te drukken zodat iedereen zelf de Naam kan invullen zoals zij het zelf verkiezen. (Eigenlijk de beste oplossing.)
Het is wel zo dat enkele van de Herstelde Namen Bijbels toch nog niet ver genoeg gaan in het herstellen van de namen. Sommigen plaatsen enkele Bijbelvertalingen onder de “Herstelde Namen Versies” of ‘Restored Name version” terwijl zij daar volgens ons helemaal niet thuis horen, omdat zij enkel Gods Naam duidelijk weergeven door het met YHWH (of JHWH) weer te geven of enkel hier en daar Yahweh te drukken in plaatse van op al de originele plaatsen Jehovah’s Naam te herstellen of zichtbaar te maken.

Met de jaren ging men er mee op toe zien dat niet enkel de Naam van God werd hersteld, maar ook die van Jezus en andere personen, maar sommigen gingen er ook toe over bepaalde feesten en functies terug hun originele naam te geven. Alsook verkozen meer hedendaagse vertalingen terug te grijpen naar de originele indeling van de TeNaCh (Hebreeuwse Bijbel) waarbij bijvoorbeeld het boek Daniël wordt aanschouwd als een Profetisch boek i.p.v. een historisch boek.

Ook zijn er vertalingen die teruggrijpen naar de paleontische schrijfwijze. Enkele geven de Godsnaam consequent weer met יהוה (JHWH). Hieronder behoren “De Geschriften” of “The Scriptures” en de “Hallelujah Geschriften” of “HalleluYah Scriptures”
Bijden vinden hun oorsprong in de de oorspronkelijke visie van wijlen Kris Koster die eerst een Zuid Afrikaanse versie schreef maar dan toch over ging tot een Engelse vertaling van “De Heilige Schrift” of “De Geschriften”, gepubliceerd in 1993.

Er zijn enkele verschillen tussen de Halleluyah Schrift en de 1993 versie van “De Bijbel” gepubliceerd door Koster. Ze zijn als volgt: Er zijn geen voetnoten en geen bijkomend commentaar of toelichting. Cursieve woorden zijn tot een minimum beperkt. Jahweh’s naam is in het Paleo Hebreeuwse schrift te zien op de voorkant: YHWH . Yahushua de naam is ook in Paleo Hebreeuws. Hebreeuwse woorden in plaats van bepaalde woorden die gebruikt zijn in het  Engels of Nederlands met mogelijke heidense oorsprong, zoals glorie, koning en heilige. Een verklarende woordenlijst is in de rug van de vertaling voorzien voor terugverwijzing naar het Engels. De volgorde van de “nieuwe testament” boeken zijn verschillend tegenover de protestantse en Katholieke vertalingen omdat de uitgever ervoor verkoos om de boeken in chronologische volgorde te zetten.

Men kan de vraag stellen natuurlijk tot hoe ver men moet gaan in de omzetting van het Hebreeuws en Aramees naar de moedertaal van de lezer.
Voor ons hoeft het niet om over te gaan om de dagen van de week te vernoemen onder de Eerste dag “Yom Rishon”, Tweede dag “Yom Sheni”, Derde dag “Yom Shlishi”, Vierde dag “Yom Revii”, Vijfde dag ‘Yom Hamichi”, Zesde dag “Yom Shishi” en de Zevende dag “Jom Sheva”  of “Shabbath ” behalve voor de laatste dag als uitverkoren dag van God en om te beduiden dat het specifiek gaat om de vrijdag avond tot en met zaterdag vooravond. Of bijvoorbeeld Yom Kapharyim gebruiken voor de  יוֹם כִּפּוּר  of 5de jaarlijkse sabbat (voorbode van de dag van de Nationale Verlossing, de definitieve keuze het overwinnen van de geest van het vlees).

Lees verder meer over het naam gebruik in Bijbelvertalingen:

Voorbeeld van vertaling De Geschriften:

+

Lees ook:

Een Naam voor een God #5 Zaaien van verwarring

Een Naam voor een God #7 Jahwe(h) niet Hebreeuws

+++

  • Greek gods vie for old lady’s approval in 24-hour comic by Boulet (robot6.comicbookresources.com)
    The Greek gods are well-known for inserting themselves into the lives of mortals like you and me, but never quite like this.
  • Thinking of Blindness, the Wrath of the Gods, and Atonement (thinkingliketheancients.wordpress.com)
    Not long ago, Platosparks and I spoke of ἄτη and its meaning in Greek culture, here. It is quite the interesting word, and I cannot ignore the fact that it may mean something far more than our usual understanding of it. The word is an A. Greek 1st Declension Feminine Noun.
  • An Old Lady Saves Zeus’ Life And He Tries To Repay Her…Awkwardly (io9.com)
    Boulet celebrated 24-hour-comic day this year by making The Gaeneviad (a little NSFW), a short story that is by turns dramatic, silly, and sweet. Genevieve Menard unexpectedly crosses paths with Zeus one day, and finds herself the object of the god’s attentions. Zeus doesn’t like the idea of being in a mortal’s debt, but he doesn’t have any idea what someone like Genevieve would want.
  • surnamed Cyclopes (illimitableoceanofinexplicability.wordpress.com)
    These three brothers served some time in Tartarus before being freed by Zeus who then enlisted their help in kicking some Titan butt in a series of battles, you may heard tell of, called the ‘Titanomachy’.
  • Tribe of the Gods: Tuatha Dé Anunnaki? (mysteriousuniverse.org)
    In Irish mythology, it is said that a race of kings descended from the heavens to the ancient, pre-Celtic culture of Ireland. These tall, bright, shining creatures were elegant and beautiful and brought with them the secret knowledge of the gods. While the Tuatha represent a caste of Irish elemental beings, there are also accounts of them being flesh and blood conquerors of the Fir Bolg, one of the ancient races inhabiting Ireland, coming down and invading from the four northern cities of Falias, Gorias, Murias and Finias, where they acquired their occult skills and magical attributes.
  • Do Christians and Muslims worship the same God? (renewamerica.com)
    We can stipulate that “Allah” is the generic word for “God” in Arabic, just as “El” and “Elohim” are in Hebrew and “theos” is in Greek. Thus there are many Christians in the Arabic speaking world who refer to the God of the Bible as “Allah,” and who use it in phrases such as “Inshallah,” which means “God willing.”

(It’s worth noting in passing that the highest court in Malaysia recently ruled that Muslims and Muslims alone are permitted to use the word “Allah.”)

But generic words for God, because they are generic, can be used to refer to a multiplicity of gods. So the term must be narrowed down. If someone uses a generic word for “God,” the follow-up question must be asked, “Which ‘god’ are your referring to?”

 

The Biblical sources are the injunction (Exodus 22:27) which says “You shall not curse Elohim”, which is alternatively translated as judges or God.

  • Belief in one God linked to wealth (en.protothema.gr)
    Ancient religions had gods that weren’t moral. Their gods were ritualistic and hardly spiritual.  A change occured between 500-300 B.C. across Eurasia, Greece and China where religions suddenly began to practice self-restraint and prayer. German philosopher Karl Jaspens calls this the “Axial Age”.

 

Psychologists have found that the shift was due to increased resources. Fewer resources caused people to focus on the present, whereas more wealth results in the forgoing of instant gratification and looking to the future.