Constantijn de Grote zijn moeder Keizerin Helena, die Christen was, maakte omstreeks 324 een pelgrimstocht naar Jeruzalem en liet er opgravingen doen, waarbij naast de martelpaal van Jezus ook zijn grafkelder ontdekt zou zijn. Hierover werd voor het eerst bericht in 325 door Eusebius van Caesarea. Uit die zelfde tijd stammen ook de verslagen van bisschop Cyrillus van Jeruzalem, Ambrosius van Milaan, Socrates Scholasticus en Theodoretus van Cyrrhus.
Uit het jaar 383 is er een verslag van de religieuze Egeria bewaard, die een bedevaart naar Jeruzalem maakte naar het “Heilig Kruis”. Over haar reis naar Jeruzalem en de vele misviering daar wordt in haar dagboek geschreven. Dit reisdagboek overleeft gedeeltelijk in een elfde-eeuws manuscript dat deel uitmaakt van de Codex Aretinus. Deze codex werd in 1884 door Gian Francesco Gamurrini te Arezzo ontdekt. Het begin en einde van het dagboek zijn verloren gegaan. De tekst begint met algemene opmerkingen over de religieuze centra die Egeria bezocht tijdens haar tocht, waaronder de Sinaïberg, Alexandrië en Constantinopel.
Egeria bezocht ook die begraafplaats van de profeet Jeshua, Jezus Christus, die Helena gevonden had. De keizering had haar zoon verzocht om toelating te geven om er een kerk te bouwen. Zij was er heilig van overtuigd dat Jezus vanop die plek uit de dood was opgestaan en noemde de kerk Anastasis, de verrijzenis. Vanaf 326 werden de kerk en de Schedelberg, waarop de kerk gebouwd werd, belangrijke pelgrimsplaatsen voor christenen. Het zogenaamde “ware kruis” werd door Helena naar Rome gebracht waar ze het bewaarde in haar slaapkamer. Dat was in die tijd geen ongebruikelijke plaats om zijn dierbaarste bezittingen te bewaren. Deze slaapkamer werd later onderdeel van een basiliek, een van de zeven pelgrimskerken van Rome, de Santa Croce in Gerusalemme, ingebouwd in een deel van het voormalig paleis van keizerin Helena, waar delen van de kruisrelieken nog steeds te zien zijn.
In 614 en moesten de christenen Jeruzalem ontvluchten toen het Perzische leger (26.000 man) onder bevel van koning Khosroe II Jeruzalem veroverde na een belegering van 20 dagen. Tijdens het beleg werd de Heilig Grafkerk zwaar beschadigd, alsook lieten de Sassaniden of Perzen 35.000 burgers deporteren en namen zij de relikwieën; het Heilige Kruis en de Heilige Lans triomfantelijk mee als oorlogsbuit naar de Perzische hoofdstad Ctesiphon. In dat zelfde jaar wordt ook een andere relikwie verplaatst. Na de invasie van de Perzen in Palestina verhuisd de Zweetdoek van Oviedo naar Afrika om daarna overgebracht te worden naar Visigotisch Spanje. Van de zweetdoek, die nu bewaard wordt in de Spaanse stad Oviedo, wordt verteld dat deze gebruikt is om het voorhoofd van Jezus te bedekken na zijn dood aan het kruis.
Nadat in 637 de Grieks-orthodoxe patriarch Sophronius de stad heeft overgegeven teneinde een herhaling te voorkomen van de slachting die zich bij de Perzische verovering in 614 heeft voorgedaan, roept Kalief Omar I de zogenaamde Divan organisatie tot leven die o.a. de verdeling van de oorlogsbuit bepaald en de christenen de toelating geeft weer terug te keren en een nieuwe kerk te bouwen op de plaats van de Anastasis. Deze tolerantie duurde tot 1009 toen op bevel van de Fatimidische kalief Al-Hakim de kerk met de grond gelijk werd gemaakt, omdat de heiligdommen die zij herbergde te veel indruk zouden maken op de islamitische bevolking. De in 1029 aan het bewind gekomen nieuwe khalief was de christenen gunstiger gezind en beloofde hen een nieuwe Heilige Grafkerk. Deze werd in 1048, het jaar dat Damasus II met zijn Duitse troepen Rome binnentrekt en Benedictus IX dwingt af te treden om zelf als paus ingewijd te worden en het derde pontificaat te beëindigen.
In het 99e jaar in de 11e eeuw volgens de christelijke jaartelling werd met de eerste kruistocht een waar slachtveld aangelegd waarbij Tripoli, Beiroet, Tyrus, Jaffa, Ramallah en Bethlehem veroverd werden. Een dag na Bethlehem begon het Beleg van Jeruzalem dat op 15 juli resulteerde in de inname van Jeruzalem waar de kruisvaarders een bloedbad aanrichten onder de (joodse en islamitische) inwoners. Na de stichting van het koninkrijk Jeruzalem door Godfried van Bouillon nam de eerste monarch niet de koningstitel, maar nam in plaats daarvan de titel ‘Beschermer van het Heilig Graf‘ aan en liet de kerk vergroten, zodanig dat zij zelfs de grootste kerk in Jeruzalem werd.
Toen de beroemde Arabisch/Koerdische veldheer Saladin, zoon van Najm ad-Din Ajjoeb (gouverneur van Baalbek), in oktober 1187 Jeruzalem veroverde liet hij de kerk heel. De Ottomanen die vier eeuwen lang aan de macht waren in Jeruzalem lieten het Heiligdom ongemoeid. Saladin voltrok een overeenkomst met Richard Leeuwenhart van Engeland waarbij Jeruzalem in handen zou blijven van de moslims maar er zou vrij toegang werd verleend aan christelijke pelgrims. Er werden regels opgesteld omtrent het bestuur van de kerk. Een voorbeeld hiervan is dat twee islamitische families de sleutel van de kerk moesten bewaren, om ruzies tussen de verschillende christelijke groepen (Grieks-Orthodoxen, de Rooms-Katholieken, de Armeens-Orthodoxen, de Syrisch-Orthodoxen, de Koptische kerk en de Ethiopische Kerk ) te voorkomen. Deze regeling is tot op de dag van vandaag van kracht.
Doorheen de jaren zijn er echter heel emotionele twisten geweest rond de kerk en bleek het zeer moeilijk om uit te maken wie verantwoordelijk was voor het onderhoud van wat. Door al die geschillen was de kerk in een zulk danig verval geraakt dat de overheid moest optreden.
Jeruzalem moest tegen een wankele 206-jaar-oude structuur opkijken, bijeengehouden door een 69-jaar-oude ijzeren kooi, die een ongemakkelijk, vaak gênant symbool van de christelijke verdeeldheid aantoonde. Het moeizame werk moest al eerder worden gedaan, maar de strijd tussen de drie religieuze groepen (Grieks-orthodoxe, franciscanen en Armeniërs), die vandaag de dag het graf onder controle zouden moeten hebben voorkwamen van oudsher elke renovaties.
Uiteindelijk kon men tot een overeenkomst komen waarbij in juni van dit jaar een team van experts konden beginnen aan de nodige renovaties in de Oude Stad van Jeruzalem, die wordt beschouwd als de begraafplaats van de Nazarener Joodse leraar Jeshua, tegenwoordig beter bekend als Jezus Christus.
In de jaren 1950 gaven de Jordaanse autoriteiten, die Oost-Jeruzalem gecontroleerd op dat moment, al een duwtje in de goede richting aan de Christelijke vertegenwoordigers, door het vormen van een technisch bureau om de schade van de 1927 aardbeving aan te pakken. Helaas, brak, volgens Vader Macora, het proces meer dan een decennium later.
Begin 2015 moest de Israëlische regering als veiligheidsmaatregel tijdelijk de structuur barricaderen. Zij beweerden dat het heiligdom onveilig was en instorting nabij was. Eindelijk werd er de drie groepen gevraagd om hun verschillen opzij te zetten en samen te werken om met een renovatie plan te komen .
Afgelopen maart kwamen de verschillende groepen tot een overeenkomst voor een renovatie voor een $ 3.400.000 die begon na de orthodoxe Pasen vieringen. Elke religieuze groep zal een derde van de kosten dragen, en een Griekse bank droeg € 50.000 bij, of $ 57.000, voor de steiger, in ruil voor het feit dat haar naam vermeld zou staan over het ganse tuig.
De restauratie, welke de Edicule haar interieur graf bevat, wordt onder toezicht van de Hoofd Wetenschapper van de Nationale Technische Universiteit Antonia Moropoulu gehouden.
Stuk voor stuk moet het heiligdom worden gedemonteerd om later te worden herbouwd, nadat gebroken of kwetsbare onderdelen worden vervangen, terwijl marmeren platen die kunnen worden bewaard, zullen gereinigd worden, en de structuur die hen ondersteunen versterkt zal worden, in de hoop om het project in het begin van 2017 te beëindigen .
+
Voorgaande:
Verwaarloosde geboortedag en sterfplaats 1 Rabbijn Jeshua en Romeinse weerstand
Verwaarloosde geboortedag en sterfplaats 2 Rotsgraf, Beenderdoos en Grafkerk
Scientist Claims He’s Discovered The “Lost Tomb” Of Jesus Christ
Burial bed of Jesus Christ uncovered
++
Aansluitende lectuur
+++
Verdere aanverwante lectuur
- Soms gaat er wel een wat mis
- Christ’s earthly ministry in the Phillip Medhurst Bible 507 of 550 The Resurrection Matthew 28:2-4 Passeri
- Bible study: Was the resurrection body of Jesus spiritual or physical?
- Christ’s earthly ministry in the Phillip Medhurst Bible 503 of 550 The Resurrection Matthew 28:2-4 Artist unknown
- Jerusalem Pilgrimage – The Project
- Victory!
- Rolled Away
- Too Busy…and No Excuses
- Lesser than the Pharisees!
- Around Jerusalem
- Jerusalem, Israel
- The Church of the Holy Sepulchre
- A Church Within a Church Within a…
- Vacation at the Dig Review – Week 1
- Crossing the threshold …Psalm 63
- Restoration Work Begins on the Edicule of the Holy Sepulchre
- A Friday in Jerusalem
- Jesus’ Tomb In Risk Of Collapse
- Christ’s burial slab uncovered for the first time in centuries
- Jesus’ ‘Tomb’ in the Church of the Holy Sepulchre: Some Background
- Via Dolorosa, Jerusalem
- The Complexity of Sacred Space
- Miracle of The Fire Crosses in The Church of The Holy Sepulchre
- DayBreaks for 2/1/16: Holy Land Lessons – The Stones Will Cry Out
- Big discovery I am working on
- Holy Sepulcher has proof of Jewish temple location + A Proof of Jerusalem Temple’s location can be found in Church of Holy Sepulchre.
- Pilgrimage
- Bethlehem, Mount of Olives and more!
- Foto Orthodox Good Friday
- Did Jesus Wear a Kippah?
+++
Save
Related articles
Pingback: Completion of historic renovation of the Edicule | Bijbelvorser = Bible Researcher
Pingback: Reden om zich te distantiëren van bepaalde Christenen – Jeshuaist
Pingback: Geen plaats voor manipulatie in de Christadelphian familie – Belgische Broeders In Christus