Vertrouwelijke geschriften

Uit ons Multiply archief: Sep 12, ’11

Geïllustreerd voor- en achterblad van een Misjna-uitgave, Mezhiebiez, circa 1840

De Joodse Talmoed en Mishah/Mishna of Misjna (Joodse Wetten) verwijzen herhaaldelijk naar Jezus van Nazareth, zijn smadelijke dood enz.,zij het evenwel in negatieve zin, wat echter juist daardoor een waardevoller getuigenis maakt.

Zijn broer was niet de enige schrijver die over hem rapporteerde. Ook andere volgelingen van hem schreven boeken en brieven over die bijzondere leraar. De wereldse schrijvers zoals Flavius Josephus die ons de oudst bekende en nog altijd lezenswaardige en indrukwekkende vertelling van de oude Joodse geschiedenis brengt? kunnen ons nog meer informatie geven over de in het Oude en Nieuwe Testament besproken figuren.

Romeinse buste, gedacht Flavius Josephus voor te stellen.

English: Hebrew-Latin edition of the Jewish Wa...

Hebrew-Latin edition of the Jewish War by Josephus Flavius, Basle 1559 (Photo credit: Wikipedia)

Josephus levert ons met twee grote werken: ”De Joodse oorlogen” en ”De Joodse oudheden”, of zoals Meijer en Wes vertalen: ”De oude geschiedenis van de Joden” boeiende lectuur en onmisbare gegevens voor diegenen die verder historiciteit willen nagaan.
Dat laatste is de belangrijkste bron voor de eerste eeuw van onze tijdrekening. Eigenlijk kan men het bijna aanschouwen als een dagboek of tijdsbeschrijving van een man die uit zijn eigen ervaringen kon putten. Hij geeft zijn visie over de Bijbelse figuren en plaatst hen in het daglicht van de Joodse gemeenschap.

Ook vinden wij geschriften die niet veel jonger zijn dan de evangeliën, waarbij die schrijvers genoeg contacten hadden en de feiten konden verifiëren daar de meeste getuigen nog in leven waren. Indien zaken niet waren voorgevallen zoals ze in de werken van Mattheus, Markus, Lukas of Johannes stonden opgetekend zouden deze weerlegd geworden zijn in de wereldse geschriften van die dag, vooral door diegenen die tegen de beweging waren van die leermeester uit het arbeidersgezin. Het feit dat die wereldse schrijvers Jezus meestal niet ophemelen ondersteunt juist de betrouwbaarheid van het bestaan van Jezus Christus.
Over de evangelieschrijvers vinden wij in de wereldse geschriften opmerkingen als:

“Mattheus heeft de uitspraken van de Heer in de Hebreeuwse taal samengevoegd en ieder vertaalde ze zo goed hij kon.”

“Marcus, die de tolk van Petrus was, schreef nauwkeurig op wat hij zich herinnerde van wat de Heer had gezegd en gedaan.”

Zij die beweren dat die man niet zou bestaan hebben, maar dan wel aannemen dat andere figuren, waar veel minder getuigenissen over te vinden zijn, hebben dan een zeer vreemde voor-ingenomenheid. Vooral als men weet dat bijvoorbeeld over Jezus veel meer zaken zijn opgetekend rond de tijd dat hij geleefd heeft, terwijl van de andere figuren enkel maar geschriften kunnen gevonden worden die 750, 800, 1000 tot zelfs 1600 jaar na hun leven waren opgetekend. En van de zogenaamd eerste grote Latijnse lyricus Gaius Valerius Catullus8454 v.Chr.) zijn er maar 3 kopieën te vinden waarvan de oudste dateert 1550 na Christus terwijl deze dichter in 54 voor Christus zou geleefd hebben. Nochtans wordt hij aanschouwd als een van de invloedrijkste dichters van de 1e eeuw voor Christus uit de Ciceroniaanse periode.

Confrontatie van Antipas met Jezus volgens de Meester van Sienna

Herodes Antipas, Tetrarch van Galilea en Perea, Confrontatie van Antipas met Jezus volgens de Meester van Sienna

Natuurlijk kan men nooit nagaan of personen werkelijk zo iets zouden gezegd hebben als neergetekend in de beschrijvingen. Het hoeft zo niet letterlijk geweest zijn, maar de geest kan er wel geweest zijn. zo kunnen wij niet controleren of Herodes echt heeft gezegd:

„Er zal nooit vrede tussen Joden en Arabieren zijn.”

zoals Josephus heeft aangehaald met de redevoering van Herodes.

Maar naast Josephus hebben wij nog meer schrijvers die over Jezus en de mensen rond hem schreven, veel meer dan over Catullus, Aristoteles, Plinius de Jongere, Plato, Suentuonius, Herodotus, Julius Caesar, Tacitus of Sophocles.

Maar niet enkel de personen komen in wereldse geschriften zo maar veelvuldig voor. Er zijn ook meerdere citaten uit de Bijbel in de oude wereldse geschriften te vinden. Uit de beginperiode van de kerk zijn er al zo een 36 000 citaten uit het Nieuwe Testament van kerkvaders met als vroegste Justinus Martyr (150 na Christus) 330 citaten maar met Irenaeus (200 na Christus) al 1800 citaten en Tertullianus (200 na Chr.) 7250 citaten.

Ook betreffende wetenschap kan men nadenken over de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift. Zelfs Sir Robert Anderson, M.D. zei:

“Tot op heden zijn de Heilige Schriften en de wetenschap nog nooit met elkaar in overeenstemming geweest. Maar al de veranderingen die plaats vonden, waren in de wetenschap en niet in de Schriften.”

Ja, het waren steeds de menselijke gedachten die moesten worden bijgesteld omdat ze niet overeen kwamen zoals het werkelijk in elkaar zit, terwijl de Bijbel, al hoewel soms in heel makkelijke taal,  al altijd dat had verkondigd waar de moderne wetenschap later op moest komen.

Voor diegenen die beweren dat de verschillende schrijvers elkaar tegen spreken raden wij aan om de teksten eens goed door te nemen. Dan zullen deze merken dat zij helemaal geen tegenspraak geven, maar elkaar aanvullen. Ofwel kan men zien dat er van uit een ander oogpunt werd geschreven en daardoor accenten verlegde of sommige dingen belangrijk vond om te vertellen, terwijl anderen deze dan niet aan haalde. Lukas zo bekijkt alles uit zijn medische ervaring en legt vooral het accent op Jezus als de Zoon des mensen. Terwijl Mattheüs het over Jezus de Koning heeft bekijkt Johannes de Nazareen uit het oogpunt van zijn zoonschap met God. Marcus merkt dan weer de bescheidenheid van deze grote leermeester op. Ook al was hij iemand die zo veel luisterende oren vond en zulke wonderen deed was het voor Marcus duidelijk en belangrijk hoe Jezus steeds nederig bleef. Hij vertelt dan ook over Jezus de Dienstknecht.

Wij kunnen eerder blij zijn dat wij de figuur Jezus uit verschillende ooghoeken bekeken vinden. Zo kunnen wij een heel nauwkeurig perspectief van deze bijzondere man krijgen. Maar nergens kan men tegensprekende beelden vinden of een van de schrijvers op onjuistheden betrappen. De figuur Jezus was te omstreden, indien er over hem iets zou verteld worden in de geestelijke boeken zouden die sowieso dadelijk weerlegd worden in de wereldse boeken door de schrijvers die helemaal niet gediend waren met deze lastpost.

De poëtische of beeldtaal schept vandaag ook wel eens problemen omdat vele mensen zich niet in zulke taal kunnen inleven. Als men de oude geschriften leest moet men echter goed rekening houden met de gebruiken en zegswijzen van die tijd. Als er wordt geschreven dat de “bomen in hun handen klapten” moet men dat niet letterlijk nemen. Zo ook als er staat “Hij doet geen vlieg kwaad”, gaat het niet over een vlieg die gemolesteerd zou worden.
Ook werd er over vele dingen gesproken waar het op aan kwam dat zo veel mogelijk mensen het zouden begrijpen. Het had geen zin om in moeilijk wetenschappelijke taal te spreken. De Bijbel hoorde een Boek voor iedereen te zijn, geschoold en ongeschoold, geletterd en ongeletterd. God wenste iedereen de kans te geven om alles te begrijpen dat de mens moest weten om door het leven te gaan en om het Werk van God te begrijpen. Ook kwam het er op aan dat iedereen de kans moest krijgen om te weten te komen hoe hij of zij zijn of haar leven kon verbeteren en de mogelijkheid zou hebben om in het Koninkrijk van God binnen te treden.
Uiteindelijk moet dat Koninkrijk Gods het einddoel zijn waar de mensen voor God moeten kunnen geraken. In de Bijbel is het fundament gelegd om Gods Plan te begrijpen om volledig in te zien wat Gods Doel met deze aarde is.

Indien men rekening houdt met de geschiedenis moet men ook Jezus en andere Bijbelse figuren in dat licht plaatsen. In de Bijbel is er heel wat te vinden. God heeft voldoende wijsheid daarin verschaft om een goed mens te worden, maar ook om de geschiedenis van de mensheid te kennen. Ook al zijn vele gebeurtenissen of verhalen mondeling overgebracht kunnen wij er vertrouwen in scheppen. Meer dan in de vele wereldse geschriften die zich baseren op minder getuigenissen van mensen die leefden tijdens de voorvallen en waarvan veel minder kopieën zijn van te vinden.

A leaf from the "Judean antiquities".

Een blad van de “Judese antiquiteiten”. (Photo credit: Wikipedia)

++

Lees ook:

+++

  • “Dat Mystery School” with Kristan T. Harris – The Wicked Ruler Nimrod Pt 1. (TheRundownLive.com)
    On The Rundown Live Friday, November 7th, 2014 we aired the first episode of “Dat Mystery School”, a show that covers the history of secret societies and what they believe in the Mystery Schools. In this episode we read from the Freemason Encyclopedia, Titus Flavius Josephus 1st century A.D. and references to research by Micha-el Hays “Rise of the New World Order”.
  • Egypt Remembers: Ancient accounts of the Great Exodus (thecontroversialfiles.net)
  • The evolution of antiracism (evoandproud.blogspot.com)
    Throughout the world, kinship used to define the limits of morality. The less related you were to someone, the less moral you had to be with him or her. We see this in the Ten Commandments. The phrase “against thy neighbor” qualifies the commandment against bearing false witness and, implicitly, the preceding ones against killing, adultery, and stealing. For the modern reader, “thy neighbor” is helpfully explained as meaning “the children of thy people” (Leviticus 19:18).
  • Once again: Was there a historical Jesus? (whyevolutionistrue.wordpress.com)
    I have to say that I’m coming down on the “mythicist” side, simply because I don’t see any convincing historical records for a Jesus person. Everything written about him was decades after his death, and, as far as I can see, there is no contemporaneous record of a Jesus-person’s existence (what “records” exist have been debunked as forgeries). Yet there should have been some evidence, especially if Jesus had done what the Bible said. But even if he was simply an apocalyptic preacher, as Ehrman insists, there should have been at least a few contemporaneous records. Based on their complete absence, I am for the time being simply a Jesus agnostic. But I don’t pretend to be a scholar in this area, or even to have read a lot of the relevant literature. I haven’t even read Richard Carrier’s new book promoting the mythicist interpretation, though I will.