Het nieuwe verbond in het evangelie en de koninkrijkstijdperken

Dat het Nieuwe Verbond wordt toegepast op de Kerk van het Evangelie-tijdperk, en ook zal worden toegepast op de mensen in het Koninkrijkstijdperk, blijkt volkomen duidelijk uit een beschouwing van de specificaties van het Nieuwe Verbond waarnaar in verschillende Schriftplaatsen wordt verwezen.

“omdat dit het verbond is waarmee ik mij aan het huis Israël na die dagen zal verbinden, zegt de Heer: ik zal mijn wetten een plaats geven in hun denken en ze schrijven op hun harten; ik zal hun tot God zijn en zij zullen mij tot gemeente zijn;” (Heb 8:10 NB)

Vervuld in het evangelietijdperk

“u van wie is gebleken dat ge een brief van Christus zijt die door ons dienstwerk opgesteld is, geschreven niet met inkt maar met geestesadem van een levende God, niet op stenen platen maar op platen van vlees-en-bloed, in harten.” (2Co 3:3 NB)

“Want als het dienstwerk dat tot veroordeling leidt al heerlijkheid is, zoveel te meer is dan het dienstwerk dat rechtvaardiging verkondigt overvloedig in heerlijkheid!” (2Co 3:9 NB)

“En wij allen, die met onbedekt aanschijn de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, worden naar datzelfde beeld van gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dat is door de Heer die Geest is.” (2Co 3:18 NB)

Vervuld in het Koninkrijkstijdperk

“dit is het verbond van mij met hen wanneer ik hun zonden wegneem’.” (Ro 11:27 NB)

“En ik hoorde een grote stem vanuit de troon zeggen: zie, de tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen wonen en zij zullen zijn volk zijn en God zelf zal bij hen zijn;” (Opb 21:3 NB)

“en zij zullen niet meer ieder zijn stadgenoot onderrichten en ieder zijn broeder-en-zuster, zeggend: je moet de Heer kennen!, omdat allen van mij zullen weten, van klein tot groot bij hen;” (Heb 8:11 NB)

Vervuld in het evangelietijdperk

Zij zullen Jehovah God kennen van de kleinste tot de grootste, is wat Jehovah God zei, omdat God fout vond bij de mensen. Als zij die zich geroepen voelen tot Hem willen komen zal Hij hun ongerechtigheid, en hun zonden genadig zijn.

“Dus zijt ge dan geen ‘vreemdelingen en bijwoners’ meer, nee, ge zijt medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,” (Efe 2:19 NB)

“17 en hun zonden en hun wetteloosheden zal ik niet meer gedenken’. 18 Maar waar vergeving is van die dingen, daar is voor zonden geen offer meer nodig. 19  Nu wij, broeders-en-zusters, vrijmoedigheid hebben voor de intocht in het Heilige, door het bloed van Jezus, 20 langs de pas-verschenen en levende weg die hij ons nieuw heeft gebaand door het voorhangsel heen, dat is: zijn vlees,” (Heb 10:17-20 NB)

“en weest jegens elkaar goedertieren, barmhartig en elkander begenadigend, zoals ook God in Christus u begenadigd heeft!” (Efe 4:32 NB)

“Dus zijt ge dan geen ‘vreemdelingen en bijwoners’ meer, nee, ge zijt medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God,” (Efe 2:19 NB)

Als de slechte buren die het bezit hebben aangetast dat God Zijn volk, Israël, gegeven heeft, zullen dezen uit hun eigen land weggerukt worden. Ook het volk van Juda zal God wegrukken maar zal Zich daarna opnieuw over hen ontfermen en ieder naar zijn eigen land en eigen bezit laten terugkeren. Zo zal er een ogenblik komen waarop allen één zullen zijn, zoals God in Jezus is en Jezus in hen, zodat de wereld gelooft dat Jehovah Zijn zoon Jezus Christus heeft gezonden. Het is die Zoon van God die de geroepenen heeft laten delen in de grootheid die God aan Jezus gegeven heeftt, opdat zij één zouden zijn zoals Jezus en zijn Vader. Zo zullen zij als medeburgers van de heiligen en huisgenoten Gods, zij die Jezus aangenomen hebben als hun verlosser, opkijken naar het Koninkrijkstijdperk.

“14  Zo heeft de ENE gezegd over alle kwaadstichtende medebewoners die het erfdeel aantasten waarmee ik mijn gemeente Israël heb bedeeld: zie, ik ga hen wegrukken van hun rode grond, maar het huis Juda ruk ik weer uit hen weg! 15 Geschieden zal het: nadat ik hen heb weggerukt keer ik om en zal ik mij over hen ontfermen; doen terugkeren zal ik hen, ieder naar zijn erfdeel en ieder naar zijn land; 16 en geschieden zal het: als zij lerenderwijs de wijze van mijn gemeente aanleren en bij mijn naam zweren: ‘bij het leven van de ENE’, zoals zij mijn gemeente hebben geleerd om te zweren bij de baäl,- dan zullen zij worden opgebouwd in het midden van mijn gemeente; 17 maar als zij niet willen horen,- uitrukken en laten vergaan, is de tijding van de ENE. ••” (Jer 12:14-17 NB)

“18  Zo heeft gezegd de ENE: zie, ik breng een keer in de kerkering van Jakobs tenten, over zijn woningen zal ik mij ontfermen; de stad zal worden herbouwd op haar puinheuvel, en het paleis zal weer zetelen op zijn rechtmatige plek; 19 dankzegging zal van hen uitgaan en het geluid van lachende mensen,- ik zal hen vermeerderen, zij zullen niet verminderen, ik zal aan hen gewicht geven, gering geacht worden ze niet meer; 20 worden zullen zijn zonen-en-dochters als eertijds, zijn samenkomst zal voor mijn aanschijn vaststaan; bezoeking zal ik doen aan al zijn verdrukkers; 21 een machthebber bij hem zal uit hemzelf stammen, een heerser over hem zal uit zijn midden voortkomen, ik zal hem doen naderen en hij zal genaken tot mij!, is de tijding van de ENE; 22 wezen zult gij mij tot gemeente,- en ik, ik zal u wezen tot God! •• 23 Zie, een stormwind van de ENE, vol gramschap, is erop uitgetrokken, een wervelende storm,- op het hoofd van boosdoeners stort hij neer. 24 De gloeiende toorn van de ENE keert niet om voordat hij gedaan heeft en gestand heeft gedaan de plannen van zijn hart; in het laatste der dagen zult ge dat begrijpen.” (Jer 30:18-24 NB)

“21 dat ze allen één mogen zijn, zoals gij, Vader, één zijt met mij en ik met u,- dat zij ook één zijn met ons, opdat de wereld gelove dat gij mij hebt gezonden. 22 Ook heb ik de heerlijkheid die gij mij hebt gegeven gegeven aan hen, opdat zij één zijn zoals wij één zijn: 23 ik met hen en gij met mij,- dat ze mogen zijn, voltooid tot één, opdat de wereld erkenne dat gij mij hebt uitgezonden en hen hebt liefgehad zoals gij mij hebt liefgehad.” (Joh 17:21-23 NB)

De goddelijke figuur die de weg geopend heeft om weer dichter bij God te komen is de Gezondene van God, die gemachtigd is om in Zijn Naam te spreken en te handelen. God blijft heeft de aartsvaders uitgekozen en Zijn geliefde zoon gezonden. De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug en wanneer Hij iemand heeft geroepen maakt Hij dat niet ongedaan. Al moet elke geroepene gepast antwoorden op de oproep. Velen zijn ongehoorzaam en mijn zou kunnen stellen dat God ieder mens heeft uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.

“27 dit is het verbond van mij met hen wanneer ik hun zonden wegneem’. 28 Naar de verkondiging zijn zij vijanden, door u, maar naar de uitverkiezing beminden, door de vaderen. 29 Want onberouwlijk zijn de genadegaven en de roeping door God. 30 Want zoals gij vroeger ongehoorzaam geweest zijt aan God maar nu ontferming geniet door hún ongehoorzaamheid, 31 zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden door de ontferming aan u betoond, opdat ook zij nu ontferming mogen genieten. 32 Want God heeft hen allen opgesloten in ongehoorzaamheid om zich over hen allen te ontfermen.” (Ro 11:27-32 NB)

+

Engelse versie / English version: The New Covenant in the Gospel and Kingdom Ages

Voorgaande

De verzoening in type en antitype 1 Offers en hogepriesters

Verscheidene Verbondakkoorden 1 Eerste beloften en overeenkomsten

Verscheidene Verbondakkoorden 2 Een Wetsverbond of wetsverdrag

Verscheidene Verbondakkoorden 3 Als persoonlijke verbintenis en tot voordeel van gehele mensheid

Verscheidene Verbondakkoorden 4 Behouden van de Wet maar Zwak door het vlees

Verscheidene Verbondakkoorden 5 Aangekondigde Zaad bezegeld door Verbond met Abraham
Verscheidene Verbondakkoorden 6 Betere beloften

Verscheidene Verbondakkoorden 7 Het nieuwe verbondsslachtoffer en bemiddelaar

Verscheidene Verbondakkoorden 8 Onze plaats bij de voorgestelde Verbonden

Verscheidene Verbondakkoorden 9 Op het hart geschreven

De wet op het hart schrijven

Toepassing van het nieuwe verbond

Het nieuwe verbond met Israël

Vervolg

Nieuwe convenantvoorwaarden die van toepassing zijn op de Ouden

++

Aanvullende lectuur

  1. Overdenking: De vertrouwelijke omgang van God is met wie Hem vrezen (Psalm 25:14)
  2. Vertrouwen, Geloof, Roepen en Toeschrijving aan Jehovah #14 Gebed #12 De andere naam
  3. De Verlosser 2 Zijn goddelijke kant
  4. Betreffende Christus # 2 Goddelijke bron, verband en goddelijk mens
  5. Aanwijzingen voor redding te vinden
  6. Samen deel uitmakend van het Lichaam van Christus
  7. Christenen die het juiste hart hebben om anderen te roepen om naar God te komen
  8. Wanneer men geloof gevonden heeft door de studie van de Bijbel moet men werken van geloof verwezenlijken
  9. Niemand leeft voor zichzelf
  10. Zelfverloochening en witwassen door doop